Soorten nierstenen

Urolithiasis is een ernstige en gevaarlijke aandoening die niet lichtvaardig kan worden opgevat. Het eerste ding dat elke patiënt die vermoedens over de ontwikkeling van deze ziekte heeft zou moeten doen is een arts te zien en een gedetailleerd onderzoek ondergaan om de soorten en oorsprong van nierstenen te bepalen.

Van de variëteit en aard van de opkomst van concrementen hangt af van alle volgende behandelingen, dus deze fase is het belangrijkst. Aangezien sommige soorten oplosbaar zijn, terwijl anderen daarentegen in geen geval alleen verdwijnen, is het onmogelijk om maatregelen te nemen vóór het volledige onderzoek.

In dit artikel zullen we u vertellen welke soorten stenen in de nieren zitten, en hoe ze verschillen.

Typen calculus in de nieren

Ongeveer 80% van alle stenen in de nieren is verantwoordelijk voor de calciumrekening. Ze zijn het meest hard en gevaarlijk, omdat ze praktisch niet oplossen en ernstige schade aan de gezondheid en vitale activiteit van de patiënt kunnen veroorzaken.

Op hun beurt worden calciumstenen verdeeld in 2 variëteiten, namelijk:

  1. Oxalaat, dat ontstaat door een excessieve toename van de concentratie van oxaalzuurzouten. Dit type concrement is absoluut onoplosbaar, dus in ernstige gevallen moeten ze operatief worden verwijderd. Als oxalaten niet te groot zijn, kunnen ze via conservatieve methoden via de urinewegen worden geprobeerd.
  2. Fosfaatstenen hebben een meer broze structuur en een zachte samenstelling, zodat ze in kleine stukjes kunnen worden gebroken die veel gemakkelijker uit het lichaam worden afgescheiden. Ondertussen groeien de stenen van deze soort erg snel, daarom vormen ze ook een ernstig gevaar voor de zieke persoon. De reden voor het verschijnen van fosfaten is een metabole stoornis aan de alkalische zijde, waarbij de pH-waarde het niveau van 6.2 begint te overschrijden.

Naast calciumberekening kunnen er ook andere soorten stenen in de urinewegen voorkomen, namelijk:

Gewoonlijk is het, om het type nierstenen te bepalen, voldoende om dergelijke analyses uit te voeren als de studie van de zout- en biochemische samenstelling van urine. In ernstige gevallen kan het nodig zijn om röntgenfoto's en echografie uit te voeren, evenals een uitgebreid excretoir urogram.