Kazachs volkskostuum

Het Kazachse volkskostuum heeft een vrij lange geschiedenis, die dateert uit de late 15e en vroege 16e eeuw, toen de fundamentele culturele waarden van de Kazachen en hun manier van leven werden gevormd.

Geschiedenis van het nationale Kazachse kostuum

Traditionele Kazachse kleding heeft veel veranderingen ondergaan en is in beide gevallen beïnvloed door andere mensen. Voor de 2e eeuw voor Christus. de voorouders van de Kazachen droegen kleding gemaakt van bont en leer. Maar toen werd de dierlijke stijl vervangen door de polychrome. Andere stoffen dan leer en bont werden gebruikt: stoffen, vilt en geïmporteerde materialen: zijde, brokaat en fluweel. Het belangrijkste kenmerk van deze stijl is de aanwezigheid van decoratieve elementen en ornamenten in outfits. De vorming van het Kazachse volkskostuum werd verder beïnvloed door de Tataren, Russen, Turken en Centrale Aziaten. Het Kazachse volkskostuum van vrouwen werd aantrekkelijker, de jurk in de riem werd strakker en de rok werd wijd van franje. Er verscheen een turn-downkraag.

Tegen het einde van de 19e eeuw naaiden de Kazachzen al kleding van hun katoenweefsel en stonden rijke mensen zichzelf en meer verfijnde materialen toe.

Beschrijving van het Kazachse nationale kostuum

Het kostuum van vrouwen werd bepaald op basis van leeftijd. Kortom, dameskleding bestaat uit een overhemd met de naam "keilek". Jonge meisjes droegen lichte jurken met franje en ruches - "kosetek." De ornamenten sierden niet alleen de onderkant van de jurk, maar ook de mouwen. Voor dagelijks gebruik gebruikte goedkope stoffen, voor vakanties - duur. Over de jurken heen werd altijd een dubbelzijdig jasje aangetrokken, dat in de tailleband werd aangetrokken en naar de onderkant werd doorgetrokken. Hemden waren beide met mouwen en zonder hen en hadden een karakteristiek Kazachs ornament in de vorm van borduurwerk met gouden draden. Ook kon het hemd worden versierd met kralen, een rand, streep met lurex. Jonge meisjes droegen heldere hemdjes, volwassenen - donkere kleuren. Ook een belangrijk onderdeel van de kleding was een broek "dambal", die onder de jurk werd gedragen. Bij koud weer konden vrouwen een shapan dragen - een rechte mantel met lange mouwen die over de jurk werd gedragen.

Elk meisje moest een 'taki'-pet dragen. De hoofdtooi was versierd met verschillende dure kralen, parels, kralen, gouden draden, en ook op de hoed was er een kam van veren van een uil, die diende als een amulet .

Het kostuum van een vrouw verschilde bijna niet van het meisje van een meisje, behalve haar hoofdtooi. Op de bruiloft werd een conische kap gemaakt van stof aangetrokken, die een hoogte van 25 centimeter bereikte, waarop bovenop de "saukele" een hoogte van 70 cm bereikte. Na de bruiloft zou een vrouw een witte hoofddoek dragen - "sulamu" of "kimeshek".